Bewuste zorg loont

Kroost. Het blijkt een bron van columninspiratie te zijn. Naast een goede portie slaap is er nóg een onderwerp dat de eerste periode na geboorte als hoofdzaak betreft: melk! En de productie daarvan is nog aardig complex.

Best interessant om er eens in te duiken dus. Niet iedere moeder is het gegeven om melk te kunnen fabriceren. En als je al gezegend bent met productiegenen, is de melkopbrengst alsnog een continu wisselend fenomeen en haast ‘hard werken’ te noemen. Voor de zeug is dit niet anders.

Over het algemeen is wel bekend dat een zeug maar een bepaalde hoeveelheid biest produceert, ongeacht de hoeveelheid biggen. Maar die hele melkproductie kent nog veel meer weetjes. Wist u dat de uier van de gelt zich al vanaf 90 dagen begint te ontwikkelen? Nog zo’n sprong in de ontwikkeling vindt plaats in het laatste trimester van de dracht.

Vetweefsel wordt omgezet in melkklierweefsel; de cellen maken zich klaar voor productie en tijdelijke opslag van melk. Vlak voordat de partus begint, is zelfs al melk in de uier aanwezig. Voeding, hormonen en management spelen een grote rol bij deze ontwikkelingen. Zo geeft bijvoorbeeld voedselrestrictie in de pubertijd verminderde vorming van uierweefsel.

Vermindering melkproductie

Nog zo’n feitje: elke speen is geheel gescheiden van de aangrenzende spenen. Het heeft zijn eigen melkkanalen, die uitmonden in twee aparte tepelkanalen in de tepel. Wordt een tepel na het afbiggen niet benut, dan gaat het gehele betreffende pakket in regressie. Ook wanneer te weinig melk uit het pakket gehaald wordt, speelt het lichaam hierop in: de melkproductie wordt verminderd.

Zuigen geeft juist stimulatie aan de melkproductie. Onder andere toomgrootte en intensiteit zorgen er dus voor dat ook tijdens de lactatie het uierweefsel in ontwikkeling blijft. Melkklierpakketten die in de voorgaande lactaties volop melk hebben geproduceerd, presteren in de erop volgende lactatie beter. Er is aanmerkelijk meer vorming van melkklierweefsel én meer melkproductie.

Aandacht jonge aanwas

Binnen zeven dagen na spenen van de biggen holt de hoeveelheid klierweefsel achteruit. Dit wordt omgezet naar vetweefsel, waarbij ook de bloedtoevoer naar de uier sterk minder wordt. Deze omzetting is tot ongeveer de eerste 24 uur omkeerbaar, maar na drie dagen niet meer. Best goed om dit in het achterhoofd te houden.

Ondanks dat overleggen van biggen veel goeds kan brengen voor zowel zeug (optimale stimulatie van de uier) als big (meer overlevingskans), heeft overleggen op een onjuist moment wel degelijk negatieve gevolgen.

Bewuste zorg loont dus. Aandacht aan de jonge aanwas in de opfok, de hoogdragende zeug én juist handelen in de kraamstal geeft een zo groot mogelijke kans op een goede melkproductie. Met kroost dat groeit als kool tot gevolg. En dát kan ieder moederhart waarderen!

Varkensarts Patricia van Ginderen /28 sept 2023/ BOERDERIJ

Heeft u vragen over dit artikel? Patricia of een van de andere varkensartsen staan u graag te woord. U kunt ons bereiken via info@DeVarkenspraktijk.nl of per telefoon:
Mill: +31 (0)485 24 00 00
Oss: +31 (0)412 67 60 60
Someren: +31 (0)493 44 10 44