Oog houden op wachttermijnen niet altijd makkelijk
Wie schrijft die blijft
Recent nam onze praktijk deel aan een dag waarop middelbare scholieren kennis maken met bedrijven die iets van doen hebben met het door hen gekozen leerprofiel. Voor de leerlingen is het een verrassing welke bedrijven ze zullen bezoeken. Soms vormt dit een teleurstelling, maar vaak ook een openbaring. Vooral wanneer ze ontdekken dat het werk bij een dierenartsenpraktijk meer inhoudt dan het knuffelen van allerlei dieren. Medicijndoseringen dienden die dag berekend te worden, koeien onderzocht en het nodige labwerk werd uitgevoerd.
Op zulke momenten verbaas ik me weleens over denkwijzen én over de diepgang die daaruit voortvloeiende vragen in een gesprek geven. Ook nu kwam weer een mooie discussie aan bod; het eten van antibioticavrij vlees. Hoe vanzelfsprekend is dat? Ondanks dat ik het liefst direct zou willen antwoorden dat dit UITERAARD super logisch is, weet ik dat we hier als sector continu heel hard voor werken om dit daadwerkelijk te realiseren.
Vlees dat door de consument gegeten wordt dient aan allerlei normen te voldoen zodat het voor eenieder veilig is. Vrij zijn van medicatie is één van die normen. Soms is echter het toepassen van behandelingen noodzakelijk, om lijden te voorkomen. Om tóch de veiligheid van ons voedsel te kunnen garanderen, zijn wachttermijnen opgesteld; de tijd, door onze organen benodigd, om het medicijn af te breken en geheel uit het lichaam te doen verdwijnen. Naast antibiotica kent ook andere medicatie wachttermijnen, zoals pijnstillers of anti-coccidiosemiddelen. Een goede administratie, waaruit blijkt welke dieren met welke middelen behandeld zijn, én continue alertheid op wachttermijnen is dus van groot belang om problemen te voorkomen.
Ik bemerk dat wachttermijnen altijd meegenomen worden in de overweging, wanneer inzet van medicatie noodzakelijk is op de mesterij. Maar soms dient ook een zeug in de kraamstal behandeld te worden, waarbij nadien pas de keuze gemaakt wordt het dier af te voeren. En ondanks dat we allemaal als doel hebben de geboren biggen zodanig groot te brengen dat ze naar een afnemer kunnen, ontstaat er zo nu en dan weleens een categorie dieren die als slachtbig geleverd wordt. Bijvoorbeeld dieren met een navel- of zakbreuk. Ook deze zeugen en slachtbiggen komen vaak grotendeels voor consumptie beschikbaar. En hierbij vind ik het tóch moeilijker goed in beeld te houden of behandeling bij eventueel leveren problemen met zich meebrengt.
Ik besef me dat we, vooral op gebied van antibioticagebruik, afgelopen jaren stappen met zevenmijlslaarzen hebben gezet. Iets waar we als sector zeker trots op mogen wezen. Maar ik besef me óók dat waar mensen werken fouten worden gemaakt. En dat mag! Maar dat geeft wel dat we kritisch moeten blijven op ons handelen. Gelukkig zitten in het proces van zaadje tot karbonaatje vele momenten ingebouwd waarop controles uitgevoerd worden, om zeker te zijn van die voedselveiligheid. Maar toch hoop ik dat U nog eens aan deze column denkt wanneer U zich door al dat verplichte papierwerk heen ploegt of uw handtekening onder het alom bekende VKI-formulier plaatst.
Varkensarts Patricia van Ginderen /23 maart 2023/BOERDERIJ
Heeft u vragen over dit artikel? Patricia of een van de andere varkensartsen staan u graag te woord. U kunt ons bereiken via info@DeVarkenspraktijk.nl of per telefoon:
Mill: +31 (0)485 24 00 00
Oss: +31 (0)412 67 60 60
Someren: +31 (0)493 44 10 44